2.1 Economie: wat is dat?
- LudoPoelaert
- 2 dec 2014
- 1 minuten om te lezen
In de economie worden we geconfronteerd met het begrip “schaarste“.
Mensen hebben oneindig veel behoeften, materiële en andere. De mensen hebben echter een beperkt aantal middelen. Er moeten keuzes worden gemaakt. Het ene kiezen, betekent het andere opgeven. Laten we pogen om het begrip opportuniteitskost aan de hand van een voorbeeld uit te leggen. Schaarste dwingt ons om te kiezen. Maar wanneer je kiest voor iets, kun je iets anders niet meer doen. Dat offer je dus op: de opportuniteitskosten.
Een voorbeeld
een avondje naar de bioscoop. Dat kost €25,-
of een avondje werken. Dat levert €45,- op.
Wanneer je ervoor kiest om naar de bioscoop te gaan, dan offer je €45,- inkomsten daarvoor op. Dat noemen we de opportuniteitskosten (of opportunity costs). Wat nauwkeuriger omschreven zijn de opportuniteitskosten de gemiste nettowinsten van het beste niet gekozen alternatief.
Een tweede voorbeeld.
Georges heeft voor de besteding van zijn zaterdagavond drie opties:
Een concertbezoek. Een kaartje kost €50,- maar dat heeft hij er voor over.
Werken in het restaurant van zijn vader. Dan verdient hij €60,- maar het is hard werken. Hij waardeert dit ongemak met €45,-
Oppassen op het buurjongen. Voor zo’n avondje krijgt hij €20,-. Georges vindt het oppassen best leuk.

De opportuniteitskosten waren de kosten van het beste alternatief!

De derde activiteit wordt gekozen.
Comments